Groep 8, Zuidoost
Lang leve de lol: het is bijna vakantie! Nou, niet in deze groep 8. Hier wordt nog altijd keihard gewerkt. Althans, tot twaalf uur ’s middags, daarna is de koek op. “Ze zijn niet vooruit te branden.” Tegen zijn principes in heeft de meester deze week zelfs gedreigd dat ze de gymles missen als ze niet serieus meewerken met de rekenles. “Eigenlijk vind ik dat uitsluiten van gym echt niet kunnen, maar omdat ik ze de keuze geef – wel of niet meedoen – kan ik ermee leven.”
Als beloning staan er leuke dingen op het middagprogramma. Vandaag een les puberteit door een collega, die de kinderen leert een condoom om een halve komkommer te doen. Daarna wordt er, na wat tegenstribbelen van de jongens, over ongesteldheid gepraat en komt het onderwerp hygiëne ter sprake. De edele delen niet met zeep wassen is voor sommigen een eyeopener. En altijd gymmen in gymspullen is de gouden tip. Vooral als ze straks op de middelbare school zitten. Want als je, zoals de meester het horrorscenario schetst, het eerste uur gym hebt en de rest van de dag door moet met een bezweet shirt, maak je geen goede indruk.
De meisjes krijgen na afloop van de les een tasje met maandverband en andere spulletjes mee voor thuis, waarop de jongens protesteren.
“En wij dan?”
“Wil je ook maandverband?” vraagt de meester.
“Nee, nee.”
“Weten jullie wel hoe duur het is om al die spullen te kopen? En de meisjes hebben daar toch niet om gevraagd, om die uitgaven. Dat kost makkelijk zo’n tien euro per maand.”
Dan is het stil.
Dat de financiële situatie bij zijn leerlingen thuis soms nijpend is, wist de meester al. Zo had hij afgelopen jaar nog aanspraak gedaan op het Jeugdeducatiefonds voor een leerling met te kleine kleren en een moeder zonder geld. “Zijn mouwen kwamen tot halverwege zijn onderarm.”
Met z’n tweeën zijn ze naar de H&M in winkelcentrum Oostpoort gegaan. Hij bleek maat 170 te hebben, terwijl zijn oude trui 148 was. Ze kochten een aantal sets kleding. “Maar meester, dat is veel te duur, dat is het toch niet waard,” zei de jongen bij de kassa. Waarop de meester antwoordde dat hij dat bedrag dubbel en dwars waard was.
En dan was er nog een onverwacht moment tijdens het verkeersexamen. Alle leerlingen hadden de theorie met vlag en wimpel gehaald. En dus was het tijd voor de praktijk. Maar wat bleek? Vier kinderen konden niet fietsen en acht kinderen hadden geen fiets. “Die zag ik niet aankomen,” zegt de meester.
Om het verkeersexamen toch te kunnen doen, regelde hij via hetzelfde educatiefonds fietsen voor de kinderen die er geen konden betalen. Een van de leerlingen leerde zichzelf binnen acht dagen fietsen en kon alsnog examen doen.
“Heel fijn dat het zo opgelost kon worden. Maar dan denk ik wel meteen: hoe moet dat volgend jaar op de middelbare school? Wie let er dan op deze kinderen? En wie helpt de ouders?”