De jongen staart voor zich uit terwijl de rest van de klas aan het rekenen is. Tien minuten eerder heeft de meester hem een instructie gegeven, maar zijn rekenboek ligt nog altijd ongeopend op tafel. De meester ziet het gebeuren, maar kan niet ingrijpen. Simpelweg omdat hij de keuze moet maken: deze jongen helpen en zes andere leerlingen laten wachten, of hem op een later moment apart nemen.
De onderwijsassistent is een paar weken geleden met zwangerschapsverlof gegaan en er is nog altijd geen vervanger. Intussen probeert de meester al zijn leerlingen aan het werk te houden. En dat valt nog niet mee in deze gedeelde groep 7 en 8, waar ook nog op verschillende niveaus binnen de groepen lesgegeven wordt.
Dat ziet er in de praktijk zo uit: hij legt eerst de stof van groep 7 uit, dan van groep 8 en dan gaat hij rond om de leerlingen te helpen die een eigen leerlijn volgen. Er zijn natuurlijk altijd kinderen die misbruik maken van de situatie en zeggen dat ze klaar zijn, terwijl ze bijna niets gedaan hebben. “Ik heb weleens gezegd: dat doen jullie niet handig. Je moet niet na vijf minuten aangeven dat je alle opdrachten af hebt; daar trap ik natuurlijk niet in.”
“Ik ben er gisteren al aan begonnen, meester,” zeggen ze dan.
“Precies, en nu zijn we met vandaag bezig.”
Het wil maar niet doordringen dat ze vooral zichzelf tekortdoen. “Ik ben voorbij het me persoonlijk aangevallen voelen als ze zich zo gedragen. Ik kies nu voor de rest, ik moet wel.”
De situatie is bijna onhoudbaar omdat bij een aantal van zijn zestien leerlingen meer aan de hand is, vaak op psychologisch vlak. Zoals bij het jongetje dat twee jaar geleden met zijn familie naar Nederland vluchtte, een trauma te verwerken heeft en soms letterlijk om aandacht vraagt: “Meester, je ziet me niet!”
Of de leerling die slechthorend is en waarvoor de meester via Kentalis, een instantie die doven en slechthorenden helpt, ambulante begeleiding geregeld heeft. Er is nooit serieus naar zijn probleem gekeken en hij krijgt nu eindelijk goede hulp.
En het meisje met het korte lontje achter in de klas, die de leerstof lastig vindt. “Normaal roep je zo’n leerling bij je als de rest voor zichzelf zit te werken, maar daar is het de klas niet naar.”
Omdat ze het tempo niet kan bijbenen, uit ze haar frustratie met een grote mond. “Nee, dat ga ik niet doen!” roept ze dan en smijt haar boek op tafel.
De meester werd er deze ochtend boos om en gaf aan dat hij haar zo niet in de klas wilde hebben. Normaal gesproken werkt boosheid averechts en krijgt hij haar vervelende gedrag dubbel en dwars terug. Maar nu niet. Ze was ineens poeslief en werkte de rest van de dag met alles mee.
“Ik verwacht nog altijd dat er een addertje onder het gras zit. Een psycholoog die belt, een vader die om uitleg komt vragen of een boze moeder. Tot die tijd geniet ik maar even van de rust.”