Op de nieuwkomersschool worden de leerlingen, veelal vluchtelingen en kinderen van expats, tijdelijk opgevangen. Zodra ze de beginselen van de Nederlandse taal onder de knie hebben, stromen ze door naar een gewone Amsterdamse basisschool.
“Het ene jaar zijn er relatief veel vluchtelingen uit het ene land, en het jaar daarop uit een ander land,” vertelt de juf. “Daardoor is de sfeer in de klas elk jaar anders.”
Nog niet zo lang geleden zaten er bovengemiddeld veel Syrische kinderen in haar klas. Onder wie een jongetje van tien, dat samen met zijn moeder, vader, twee zussen en een broertje vanwege de oorlog gevlucht was naar Turkije. De vader besloot na een jaar door te reizen naar Nederland, de rest van het gezin bleef achter in Turkije.
Het duurde uiteindelijk nog drie jaar voordat ze herenigd werden in een Amsterdams azc. Waarom die hereniging zo lang duurde en of de jongen naar school was geweest in die vier jaar in Turkije, was onduidelijk.
Hij sprak Arabisch, maar het concept lezen begreep hij niet. Het was de juf snel duidelijk dat de stress van de vlucht en het leven in een gespleten gezin van hem een agressief jongetje hadden gemaakt.
Ze heeft hem regelmatig vast moeten houden om hem te kalmeren, omdat hij zo boos was dat hij dreigde van school weg te rennen. Keer op keer legde ze hem uit dat je beter kunt praten dan boos worden en vechten, en hoe je dat het beste kunt aanpakken.
“Ik heb hem vooraan in de klas gezet. Na een tijdje was een blik genoeg om hem tot bedaren te brengen.”
Wanneer ze bij hem de juiste snaren raakte, vooral door complimenten te geven, groeide zijn motivatie. Dan was dat harde werken niet zozeer voor hemzelf, maar meer voor de ander. In dit geval voor de juf.
“Ik woonde in de buurt van het azc in West, waar het gezin verbleef. En als ik met mijn hond een blokje om ging, wandelde ik regelmatig langs om bij te praten.”
Normaal blijven de leerlingen gemiddeld een jaar op de nieuwkomersschool, maar in zijn geval werd dat verlengd tot anderhalf jaar omdat hij bijna naar de middelbare school ging. Zo kon de juf hem nog verder klaarstomen. Groep 8-niveau lezen heeft hij uiteindelijk niet gehaald, maar zowel met rekenen als taal kwam hij met hard werken uit op groep 6-niveau. Wat heel knap was gezien zijn achterstand.
Een IQ-test, die afgenomen werd aan het einde van groep 8, wees praktijkniveau uit, maar de juf vond dat hij vmbo-basis aan moest kunnen. “Ik heb moeten praten als Brugman om hem op een vmbo-school te krijgen.”
Sinds hij daar zit, ziet ze hem nog vaak. Ze is laatst nog door het gezin uitgenodigd om mee te eten. “Er is weer rust. Zijn ouders hebben allebei werk en zijn blij met hun nieuwe woning. Hij gaat goed op school, spreekt vloeiend Nederlands, is goed in voetballen en speelt zelfs bij een Amsterdamse voetbalclub. Ik ben trots en blijf hem volgen zolang het kan.”