‘Vol is vol, en toch probeer je een achterdeurtje te vinden’

15 augustus 2022

Het was bijna half vier op de dag dat de uitslag bekend werd. Alle leerlingen van groep 8 zaten thuis achter hun computer continu de refreshknop in te drukken. Net als de meester, die in zijn lokaal voor het digibord zat te wachten. En daar kwam het in beeld: de lijst met namen en daarachter de middelbare scholen waar de leerlingen geplaatst waren.

De meester zag het onmiddellijk. Dit was geen goed nieuws. Na een snelle telling bleken maar liefst 6 van zijn 25 leerlingen een middelbare school ver buiten hun top-5 te hebben geloot. “Botte pech,” volgens de meester. “En een bittere pil.”

Zeker na vorig jaar, toen bijna iedereen van zijn klas bij de eerste of tweede schoolkeuze was ingedeeld.

Hij had zich voorgenomen niet meteen te gaan bellen met de ouders van de pechvogels, omdat ze het misschien nog niet wisten, of het eerst moesten verwerken. “Pas in de avond heb ik contact opgenomen met de vraag: hoe gaat het bij jullie?”

Er waren ook ouders die zelf een paar minuten nadat de uitslag bekend was de meester gebeld hadden. Om te overleggen of er nog iets aan te doen was, en om hun ongenoegen te uiten. “Hoe kan dit? We willen weten wat er aan de hand is. We gaan dit uitzoeken.”

“Ik snap deze reactie, want het is een persoonlijk drama,” zegt de meester. “Ik zie het verdriet, ik leef mee en ik zal alles uit de kast trekken om voor mijn kinderen iets te regelen. Al valt dat laatste niet mee, want als de scholen vol zitten, zitten ze vol. En toch probeer je altijd een achterdeurtje te vinden.”

Een lastig moment was de dag na de uitslag, toen de teleurgestelde kinderen de klas in kwamen lopen. “Ik kan hun verdriet niet fiksen. Maar ik doe natuurlijk wel een poging, door ze te vertellen dat er elk jaar kinderen in mijn klas zitten die naar een middelbare school moeten waar ze niet naartoe willen. Dat ze hun draai allemaal gevonden hebben, vaak al op de introductiedag, en het hartstikke naar hun zin hebben.”

Wat ook helpt, is dat er elke dag – en dan bedoelt de meester ook echt elke dag – een oud-leerling komt buurten in de klas. Die gaat dan voorin de klas aan de andere kant van het bureau van de meester zitten. Om bij te kletsen, te horen waar de klas mee bezig is (‘Doe je dat nog steeds, meester?!’), of om mee te doen met de gymles of de vrijdagmiddagquiz.

“Een van de oud-leerlingen die regelmatig langskomt, had een paar jaar geleden ook geen fijne loting en kwam op de school van zijn tiende keuze terecht. Hij vertelde laatst hoe leuk zijn middelbare school blijkt te zijn, en hoe lekker de broodjes kroket die ze in de kantine verkopen.

Sowieso is er tot aan de zomervakantie voor de zes leerlingen nog hoop op een plaatsing op hun nummer 1-school via de reservelijst. Maar hoe het ook gaat, de meester zegt tegen alle kinderen aan het einde van het schooljaar hetzelfde: “Je bent letterlijk altijd welkom om langs te komen in mijn klas.”