Bij een van de kinderen viel de grap zo slecht dat hij een klap op zijn neus had gekregen

15 augustus 2022

De juf is alvast begonnen met de overdracht voor volgend schooljaar. Een moment om stil te staan bij wat er de afgelopen twee jaar allemaal is gebeurd. “Ik heb ze sinds groep 5 en ik was helemaal vergeten dat we ooit begonnen als een rustige, hardwerkende klas.”

Die braafheid is er intussen wel van af. En dat is mede te danken aan vijf energieke jongens die ingestroomd zijn, onder wie twee nieuwkomers. Een van hen is een Amerikaanse jongen, die nauwelijks Nederlands sprak. “Hij heeft zichzelf ­binnen twee maanden de taal geleerd en maakt zijn toetsen begrijpend lezen intussen foutloos. Dat is ongelooflijk knap.”

Rekenen en taal gaan fantastisch, maar op andere gebieden moet hij nog het een en ander leren, ziet de juf. “Hij is vrij streng opgevoed en weet niet goed wat hij aan moet met de vrijheid die hij op school krijgt.” Zo zat hij laatst tijdens de les stiekem te gamen op zijn Chromebook.

“Ik kan op mijn computer precies zien wat de kinderen daarop aan het doen zijn. Dat hebben ze ruim anderhalf jaar niet doorgehad. Ze dachten dat ik een helderziende heks was, want dan riep ik van­achter mijn bureau naar een leerling: ‘Je moet wel aan je werkstuk werken!’ Ze keken me aan met zo’n blik van: hoe weet ze dat? ‘Ik zie aan je gezicht dat je niet aan het werk bent,’ zei ik er achteraan.”

De gamende jongen riep ze bij zich om te vragen wat hij aan het doen was. “Ik ben een spelletje aan het doen,” zei hij bloed­eerlijk. “Thuis mag ik maar twintig minuten per dag gamen en ik kan me niet inhouden om dit spelletje af te maken.”

De juf vond het eigenlijk wel grappig, maar liet niets merken. “Hoe zou je dit anders kunnen aanpakken, zodat je als beloning kunt gamen als je werk af is?” vroeg ze hem. Daarop keek hij haar verbijsterd aan. Het hele concept van een beloning voor hard werken bleek nieuw te zijn.

“Een paar dagen later kwam hij naar me toe om het uit te proberen. ‘Ik heb rekenen gedaan en die extra taak af, mag ik dan nu…’ – hij kreeg het bijna niet over zijn ­l­­ippen – ‘…gamen?’

‘Ja,’ zei ik, ‘jij mag een kwartier een spelletje doen.’ Het was ontroerend om te zien hoe blij hij was. Het komt niet vaak voor op deze school dat kinderen zo gelukkig worden van een beloning. Veel kinderen mogen thuis uren gamen en hebben niet zulke strenge ouders.”

Wat de jongen ook langzaam begon te begrijpen, waren de culturele verschillen. Zoals de yo, mama-grappen die hij in het begin nog weleens maakte.

“In Amerika is het normaal dat je grappen over iemands moeder maakt, zoals: ‘Yo mama is so fat her BMI is measured in acres.’ Bij een van de kinderen uit de klas viel de grap zo slecht dat hij een klap op zijn neus had gekregen. Maar ook op dat gebied leerde hij verrassend snel.”

“Oké, dit is duidelijk een cultuur­verschil, juf,” zei hij. “Ik denk niet dat ik dat nog een keer moet doen.”